Categoriën: Nieuws

Beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt: kansen en uitdagingen


Posted on

De toporganen van het Nederlandse onderwijs hebben de verantwoordelijkheid om in onze snel veranderende samenleving vorm te geven aan zaken als de lerarenagenda – het resultaat van een breed gedragen visie op het leraarschap door leraren, schoolleiders, opleiders, bestuurders en het ministerie van OCW. Wat zijn de kansen en uitdagingen voor het Nederlandse beroepsonderwijs?

Tamara is 21 jaar. Ze heeft veel talenten, maar haar schooltijd liep anders dan ze hoopte. Ze wilde dokter worden, maar kreeg vmbo-advies. Veel tijd om te leren had ze niet, thuis moest ze helpen om voor haar zieke oma te zorgen. Uiteindelijk slaagde ze erin om met een mbo-opleiding terecht te komen als verzorgende in de thuiszorg. Maar dan gaat de zorginstelling waar ze werkt failliet.

“De levensloop van de 500.000 leerlingen in het mbo is niet te voorspellen”, zegt Marc van der Meer, bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt en onafhankelijk wetenschappelijk adviseur in de MBO-sector. “Tamara maakt transities door, moet zich blijven ontwikkelen en nieuwe scholingsvormen krijgen. Aan de samenleving de taak dat te faciliteren.”

De toerustingsagenda van het beroepsonderwijs

Job creation is our most urgent task… We need to further invest in people to better educate, train and activate them”, zei de Belgische Eurocommissaris Marianne Thyssen in januari in Brussel. Maar wat hebben mensen nodig om voldoende toegerust te zijn voor de veranderende arbeidsmarkt van de 21e eeuw? Hoe leiden we de jongeren op voor een goede toekomst? Een baan voor het leven bestaat veelal niet meer. We leven met transities tussen banen en tussen werken, leren en verzorgen. Dat brengt nieuwe sociale risico’s met zich mee.

Van der Meer: “Het is belangrijk om te analyseren hoe de externe arbeidsmarkt zich zal ontwikkelen. De leerlingen van nu moeten toegerust zijn op de veranderingen door automatisering en robotisering.” Technologie heeft een grote impact op het leven van mensen. Het is bijvoorbeeld maar de vraag of er in de toekomst nog chauffeurs nodig zijn als auto’s zelf gaan rijden. De taak van het onderwijs is een kwalitatief hoogstaande basis verzorgen, een fundament. Ten tweede dient onderwijs te investeren in regelingen die transities versoepelen (leer-werktrajecten, om- en bijscholing; regelingen voor ouders, mantelzorgers). En als het misgaat is een vangnet – of beter nog: een trampoline – nodig, waarin sociale bescherming cruciaal blijft, maar samen met reïntegratie op maat.

Uitdagingen in de samenleving

Het Nederlandse beroepsonderwijs is goed, zo blijkt uit het rapport Skills beyond School van de OECD (november 2014). Nederland heeft een sterk publiek-privaat stelsel van beroepsonderwijs waarin voldoende wordt geïnvesteerd, met voldoende aandacht voor werkplek-leren, met een vitaal stelsel van niet-bekostigd onderwijs. Een stelsel dat bovendien adaptief is. Maar we staan ook voor een aantal uitdagingen, zegt de OECD, waaronder het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen.
Leerlingen vallen vooral uit in de overgang van vmbo naar mbo. Dat schakelpunt moet ingebed worden in de doorlopende leerroute, zodat studenten sneller hun weg kunnen doorlopen van vmbo naar mbo naar hbo.

Het vmbo gaat op de schop. In plaats van 35 richtingen komen er 10 profielen met keuzevakken. Het mbo op zijn beurt krijgt 176 kwalificatiedossiers die doelmatig onderwijs en leven lang leren moeten bevorderen. En waarin andere eisen worden gesteld worden aan toelating en verblijfsduur. Deze twee werelden moeten beter met elkaar gaan communiceren om op elkaar aan te sluiten. Neem de introductie van de keuzemodules, die voor het vmbo en mbo niet overeen komen. In het vmbo is de omvang van het keuzedeel 50% van de studielast beroepsgerichte vakken, in het mbo is dat 15% van de totale studielast.

Aansluiting vmbo-mbo

“Die aansluiting is nodig omdat er uitdagingen liggen in de samenleving”, zegt Van der Meer. “De arbeidsmarkt verandert, jongeren komen slecht aan het werk.” Veel banen eisen meer vaardigheden dan vroeger. Om te werken in een café of restaurant moet je tegenwoordig ook aan sociaal-kwalitatieve eisen voldoen. Het vak komt op een steeds hoger niveau en wordt complexer. Tienduizenden jongeren moeten op de één of andere manier begeleid worden, anders vallen ze straks tussen wal en schip.

“We moeten een lerend, zichzelf vernieuwend systeem ontwikkelen waar leraren van elkaar kunnen leren. Een systeem met experimenteerruimte en systematische terugkoppeling. Opgeleide docenten moeten de ruimte krijgen om met een groep leerlingen aan de gang te gaan. En als een methode blijkt te werken dan verspreiden we de resultaten. Zo’n systeem is nodig voor het beroep van docent in de toekomst.”

Bronnen

  • Marc van der Meer, Het onderwijs en de arbeidsmarkt en de arbeidsmarkt van het onderwijs: communicerende vaten of sluitende mechanismen?, presentatie MBO Raad, Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT), 29 januari 2015.
  • Marc van der Meer, Vakmensen en bewust vertrouwen, oratie, Tilburg Law School, 6 juni 2014.
  • Judith van der Veer, Marc van der Meer en Anton Hemerijck, Toerusting over de levensloop: naar een verbindende leerarchitectuur in het (beroeps)onderwijs, Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo), december 2014.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *